De vier evangeliën vertellen dat Jezus heel veel mensen bevrijdde van ziekten, kwalen en bezetenheid. Zelfs doden liet Hij opstaan. Al die mensen kregen door Jezus als het ware een nieuw leven.
Deze genezingen en wonderen trokken allereerst veel aandacht. Vervolgens bevestigden ze dat Jezus namens God kwam en sprak. Tenslotte illustreerden ze vooral zijn krachtige boodschap: zoals Hij mensen bevrijdde van hun kwalen zo wil en kan Hij je ook echt bevrijden van gebondenheid aan zonden! Hij kan je werkelijk een nieuw, eeuwig leven geven – afgestemd op God.
Jezus sprak bijna altijd over Gods koninkrijk en de levensstijl die daarbij hoort. De hele Bijbel roept op tot bekering, om echt en oprecht met God te leven. Dan is vergeving van gedane zonden geen enkel probleem voor God. God is liefde en daarom is vergeving voor Hem vanzelfsprekend als mensen (weer) werkelijk leven met Hem, Hem vertrouwen en zich door Hem laten leiden.
Soms lijkt het wel alsof vergeving het belangrijkste is. Dat komt doordat de meeste Bijbelvertalingen het Griekse woord ‘aphesis‘ vaak vertalen met ‘vergeving‘. Dit is soms goed, maar meestal onjuist. ‘Aphesis’ heeft namelijk een veel ruimere betekenis: ‘bevrijding’ (zoals het bijvoorbeeld tot 2x toe blijkt in Lucas 4:18). Deze beperking tot vergeving veroorzaakt onhelderheid en verwarring, want het evangelie ‘draait’ niet om vergeving van zonden-schuld maar om bevrijding van je zonden waardoor je werkelijk ánders kunt en gaat leven!
De engel verklaarde de naam ‘Jezus’ met de woorden: Hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden (Matteüs 1:21). Mensen die vertrouwen op Jezus zullen dus geen slaven van hun zonden zijn. Verleidingen, verleiders en neigingen tot zonden zullen er nog wel zijn in deze wereld, maar gelovigen zullen ze door Jezus kunnen weerstaan en overwinnen (Romeinen 8:37). Hij stelt (door zijn Geest) alle hulp beschikbaar, zodat wij – net als Hij – in alle situaties trouw kunnen blijven aan God en onze naasten. Zó bevrijdt Jezus ons van onze zonden. Hij is met ons (in ons). Samen met Hem zijn we sterker dan alle verleidingen (vanuit Satan of wie dan ook of vanuit ons eigen ‘vlees’). Alle zondemachten (ook ons vlees) kunnen we steeds weer kruisigen en doden als ze ons naar zonden toe trekken. Door dit te geloven zijn er geen bovenmenselijke verzoekingen voor gelovigen (1 Korintiërs 10:13). Christenen zijn mensen met de geest en gezindheid van Jezus in zich (Filippenzen 2:5v). Ze beginnen daardoor nu al te leven als echte hemelburgers. Dat bedoelt Paulus als Hij zegt: Christus leeft in mij (Galaten 2:20); Jezus in ons!
Jezus’ boodschap was eigenlijk niet nieuw, want God stelde altijd zijn hulp al beschikbaar als mensen zich tot Hem bekeerden – ook in de tijd van het Oude Testament. Als God mensen riep kónden mensen zich altijd al bekeren en alle zondemachten overwinnen. Als God roept stelt Hij altijd zijn hulp beschikbaar! Dat moest men alleen geloven! Helaas was in de tijd van Jezus dit evangelie (weer) onbekend geworden. Zoals zo vaak leefden de meeste mensen wéér zonder geloof in Gods hulp. Dáárom klónk de boodschap van Jezus als nieuw, maar dat was het niet echt. Nieuw was het wel dat de weg van Gods-bevrijding-via-geloof nu ook voor niet-Joden royaal open ging. God wilde Israël altijd al tot zegen voor vele volken maken, maar Israël leefde vaak meer voor zichzelf en werkte zo God tegen. Via Jezus ging nu de deur voor de volken dan toch helemaal open. De binding aan allerlei godsdienstige uiterlijkheden werd afgeschaft omdat die door de Joods-wettische uitleg een sta-in-de-weg waren geworden voor het evangelie!
Jezus zegt helder: Wie Mij vertrouwt en Mij in alles wil gehoorzamen ontvangt van Mij alle hulp die daarvoor nodig is. Hij schenkt wie gelooft de Heilige Geest. Zo maakt Hij mensen tot echte medewerkers, ja zelfs tot kinderen van God. Een liefdevol samengaan en samenwerken van God en mensen was altijd al, vanaf het begin, Gods bedoeling. Hij wilde mensen via het vertrouwen op Hem en zijn hulp laten groeien in eensgezindheid en liefde met Hem (als beelddragers van Hem, zoals Genesis 1:26 al zegt). Dat onderwees Jezus in zijn tijd weer opnieuw en glashelder; Hij leefde het ook voor (Matteüs 12:50) en beloofde mensen dat zij zo door te luisteren naar Hem echte kinderen van God en dus als het ware opnieuw geboren zouden worden! Een nieuw leven zouden krijgen.
In de geschiedenis van het Oude Testament liep de relatie van de mensen met God vaak vast. Vóór de zondvloed al, maar ook daarna. Ook met Abrahams nageslacht. De bedoelde hechte eensgezindheid met God groeide slechts bij enkelingen en niet bij het volk als geheel. Daardoor werd Gods koninkrijk in Israël nooit werkelijkheid en niet echt zichtbaar voor alle volken zoals Gods bedoeling was. Steeds waren de meeste Joden onwillig en lieten ze God praten en gingen ze hun eigen gang. Dan zond God genadig profeten om te waarschuwen. Soms hielp het even, maar niet blijvend. Het liep uit op de ballingschap. En na de terugkeer ging het weer mis. Tenslotte stuurde God, na bijna vier eeuwen, zijn Zoon – naar Hem zullen ze toch wel luisteren?! (Matteüs 21:37). Het lijkt een soort laatste kans!
Gods Zoon werd een mens zoals wij (Kerst). Hij ondervond – net als ieder mens – verleidingen, angsten en zorgen. Maar Hij overwon die door te vertrouwen op de hulp van zijn Vader! Door dat geloof leerde Hij als mens gehoorzaamheid (zegt Hebreeën 5:7,8). Zelfs de angst voor pijn en marteling door kruisiging overwon Hij door dit geloof! Hij wilde liever sterven dan ontrouw worden aan zijn hemelse Vader! Gedurende zijn hele leven kruisigde Jezus steeds zijn eigen vleselijke verlangens waar dat nodig was. Hij vertrouwde op God en op Gods hulp en vulde zo als het ware zijn ziel en lichaam met ‘Niet mijn wil, maar Gods wil’! Door geloof in God en zijn hulp overwon Hij – als mens – alle ‘menselijke’ neigingen tot ontrouw. Ook alle aardse en duivelse verleidingen tot zonde weerstond en overwon Hij. Zelfs op het laatst in Getsemané en op Golgotha. Via geloof werd Hij overwinnaar van alle verleidingen en verleiders, ook van Satan. Hij maakte hen machteloos door zijn geloof in Gods hulp! Dáárom maakte God Hem (deze mensgeworden Jezus) Kóning over hemel en aarde!
God liet Jezus na zijn dood opstaan uit het graf (Pasen): Jezus lééft en ontving een troon in de hemel (hemelvaart). Onzichtbaar voor ons heeft Hij alle macht in hemel en op aarde. Hij kreeg zelfs de Heilige Geest tot zijn beschikking (Handelingen 2:33). Sinds Pinksteren komt Hij met die Geest wonen in allen die Hem vertrouwen en laat Hij zijn hemelse gezindheid in hun harten groeien. Hij stelt zijn hulp steeds beschikbaar om door hetzelfde geloof net zo trouw en liefdevol te (leren) leven als Hij. Samen met Hem (één met Hem) kunnen christenen nu ook iedere zondige neiging kruisigen, alle verleidingen overwinnen en trouw blijven aan God (1 Korintiërs 10:13).
Geloven is sinds Pinksteren: zeker weten dat de kracht van Jezus door zijn Geest in ons beschikbaar is en daardoor het nieuwe leven! Door dit geloof of door het vertrouwen op ‘Jezus in ons’ zijn we sterker dan alle angst voor de dood, sterker dan alle verleidingen en zelfs sterker dan Satan (al valt hij ons nog wel aan en maakt hij ons leven vaak moeilijk of zwaar). Maar in dit alles zijn we overwinnaars dankzij Jezus, zegt Paulus in Romeinen 8:37 (NV51). Door dít geloof zijn Gods geboden echt niet onmogelijk, niet te zwaar of te hoog (zie 1 Johannes 5:3,4). Dít nieuwe leven is de kern van het christelijk geloof: Jezus is echt in en bij ons met zijn hulp zodat we kunnen doen wat Hij vraagt en passen bij Gods koninkrijk!
“Het mysterie dat vele eeuwen verborgen is geweest, is nu onthuld: Christus is in u! Hij is uw hoop op goddelijke luister … en u bent één met Hem” (Kolossenzen 1:27 en 2:9,10). Dezelfde gezindheid of mentaliteit van trouw en liefde, die ook in God zijn, groeit in christenen. Zo bewerkt Christus onze verzoening, eensgezindheid met God en met elkaar. Zo bouwt Hij Gods koninkrijk met heel gewone mensen, die in Hem geloven. Door zijn gezindheid in hen wordt iets van de hemel al realiteit op aarde – concreet en beleefbaar. Als mensen zo willen veranderen is het genadig vergeven van vroegere zonden voor God vanzelfsprekend, net zoals dat in het Oude Testament dan vanzelfsprekend was. Net zoals God als onze goede Vader zonden die we nog onbewust doen en misschien achteraf ontdekken royaal vergeeft. Gods genade is groots en wonderlijk, maar niet onbegrijpelijk!
“Wie Mij liefheeft zal de liefde van Mij en mijn Vader ontvangen … Wie Mij liefheeft zal zich houden aan wat Ik zeg – mijn Vader zal hem liefhebben en mijn Vader en Ik zullen bij hem komen en bij hem wonen” (Johannes 14:21,23).
In zijn gebed vlak voor zijn lijden en sterven blijkt dat Jezus wil bewerken dat allen die Hem geloven één worden met Hem en met God, zoals Hij één is met God, zijn Vader! (Johannes 17:20-23).
Paulus ervoer dat als realiteit: ik leef voor God. Christus leeft in mij. Dat bepaalt nu mijn leven hier op aarde (Galaten 2:20). In alles (allerlei vervelende noden) worden we overwinnaars (Romeinen 8:37).
“Moge God … zijn kracht en sterkte schenken doordat – via geloof – Christus werkelijk zal wonen in jouw hart, en je geworteld en gegrondvest blijft in de liefde” (Efeziërs 3:16,17).
Geef je vanaf nu dagelijks over aan Jezus; aanvaard Hem als jouw Koning. Luister naar wat Hij en God via de Bijbel je willen leren. Geloof dat Jezus namens God echt bij en zelfs in je is om je te helpen om in álle (makkelijke en moeilijke) omstandigheden te leven voor Hem. Geloof, vertrouw Hem.
Als je zo wilt leven, maar merkt dat een gedachte, vraag of iets anders jou in de weg zit – neem dan contact met me op – dan proberen we samen verder te komen.
Ton de Ruiter (info@jezusinons.nl).
PS: Misschien denk je: wat deed Jezus dan op Golgotha? Het antwoord op die vraag lijkt voor velen simpel en helder, maar als je doorvraagt blijkt dat niet zo te zijn. Theologen weten dat. Er heerst verlegenheid over de betekenis van de kruisdood van Jezus. Over die verlegenheid schreef ik twee artikelen: ‘Verlegenheid rond Golgotha‘ (dit artikel maakt helder waar het probleem zit).
‘Opnieuw fundamenteel nadenken over Golgotha is nodig en ontdekkend’ (dit artikel geeft meer argumentatie en wijst een weg uit de verlegenheid).